De oude Banjaert vertelt …
Inleiding
Na ruim 65 jaar trouwe dienst en ruim 650.000 gasten een overnachting te hebben geboden werd het oude natuurvriendenhuis Banjaert in Wijk aan Zee in 2005 afgebroken. Niet alleen een grote stap voor bestuur en vrijwilligers van het NIVON, maar ook voor het gebouw zelf. Want dat had in de loop van de jaren heel wat meegemaakt. Als gebouwen eens konden vertellen …..
Over vreemde gasten, leuke en verdrietige momenten, verbouwingen, over onderhoud aan het gebouw waar eigenlijk geen geld voor was, over mooie en regenachtige zomers, feesten ….. noem maar op.
Gelukkig vertelt zo’n gebouw niet alles. Maar om de oude Banjaert een waardig afscheid te geven laten we het gebouw nog eenmaal aan het woord om in het kort z’n levensverhaal vertellen.
Slecht begin
Ik werd op 28 juli 1940 officieel geopend.
De opening was een sobere aangelegenheid. Geen wonder, want Nederland was net een paar maanden bezet door de Duitsers.
Kort na de zomer van 1940 – ik had toen zo’n zes weken de natuurvrienden onderdak verleend – trok het Nederlands Arbeidsfront (werknemersorganisatie onder nazi-leiding) bij mij in. Daarna werd ik door de Duitsers gevorderd om als opslagplaats voor oorlogsgoederen te dienen. Schaamteloos. In mijn slaapkamers werden paarden gestald! Toch heel andere gasten dan ik mij had voorgesteld.
Bij de achteringang hadden ze ook nog een stuk afweergeschut neergezet. Zeker om me te beschermen. Van de fundering hebben de natuurvrienden later nog een mooi terras gemaakt.
Na de bevrijding vorderden de geallieerde strijdkrachten mij tot 1 maart 1946. Op 17 april 1946 werd ik officieel teruggegeven aan de Stichting. Ik was er toen slecht aan toe. Van binnen enorm beschadigd. Ook mijn inventaris was gejat.
Het was een hele opgave voor de Natuurvrienden om mij weer bewoonbaar te maken, want materialen waren in die tijd schaars (en duur). En een nieuwe inventaris was ook niet zo maar te koop. Mijn uiteindelijke herstel kostte ruim 40.000 gulden. Dat was meer dan ik vlak voor de oorlog (inclusief inventaris) had gekost! Gelukkig kon de Stichting Natuurvriendenhuizen een gedeelte van de oorlogsschade terugvorderen.
Goede jaren
Links een foto van mij, genomen omstreeks 1950.
Voor dié tijd was ik een mooi, modern Natuurvriendenhuis met twee- en vierpersoonskamers, en op de zolder nog twee slaapzalen (6 en 7 bedden).
Maar naar de huidige maatstaven gemeten was mijn accommodatie wel heel eenvoudig. Op mijn kamers was de eerste jaren nog geen stromend water.
Mijn gasten konden zich wassen in een gemeenschappelijke wasgelegenheid: één voor de dames en één voor de heren.
Ik had nog geen douches. Die kwamen pas later.
Ik stond op een riante plaats, toen nog midden in de duinen en was bereikbaar via een zanderig pad. De afgelegen plek had tot gevolg dat ik oorspronkelijk niet was aangesloten op de gemeentelijke riolering. Mijn verwarming bestond uit twee grote potkachels: één in de grote en één in de kleine zaal. Op mijn bedden lagen grijze paardendekens. Als je de huttenwacht (huiswacht) nodig had, kon je aankloppen bij een luikje van ongeveer 60 bij 60 centimeter. Door dit luikje werd je dan te woord gestaan.
Hieronder nog wat foto’s die stammen uit m’n begintijd. Zoals u ziet had de grote zaal in die tijd nog geen plafond. De hele dakconctructie was zichtbaar. Ook de vloer bestond in die tijd nog gewoon uit houten planken.
Klik met de linkermuisknop op de foto’s te vergroten.
Modernisering en onderhoud
In de loop van de jaren is er veel aan mij gesleuteld en gemoderniseerd. Het bijzondere daarvan is, dat vrijwel alle werkzaamheden door vrijwilligers zijn verricht.
Alleen mijn aansluiting op de riolering, het aanleggen van de CV en mijn nieuwe dak zijn (gedeeltelijk) door aannemers uitgevoerd.
En dan het onderhoud! Gedurende mijn hele bestaan kwamen er iedere donderdag vrijwilligers om reparaties uit te voeren. En dat was wel nodig ook als je bedenkt dat ik – slechte jaren niet meegerekend – gemiddeld meer dan 10.000 slapers per jaar onderdak heb verleend, die ook nog eens gebruik maakten van mijn keuken, mijn schitterende recreatiezalen en andere faciliteiten.
Totaal ruim 651.000 overnachtingen! Dan kun je ook wel inschatten hoe veel onderhoud en corvee er nodig is geweest.
De dagelijkse schoonmaak werd door de gasten zelf uitgevoerd. De meeste gasten deden dat goed, maar er waren ook viezerikken bij die er maar een potje van maakten.
Per jaar waren er voor mij twee hoogtepunten: de werkweken in het voor- en najaar. Dan kwam er een grote groep vrijwilligers die mij van top tot teen stofte, sopte en boende tot ik er weer tip-top uitzag.
Ook mijn terrein namen ze dan vakkundig onderhanden. Daar kon ik dan weer een half jaartje op teren.
Hieronder een aantal foto’s van mij uit 2005. Zo op het eerste gezicht zie ik er nog best aardig uit. Maar de bouwkundigen adviseerden unaniem om niet te beginnen aan een renovatie. Daar was mijn bouwkundige staat te slecht voor.
Afscheid van de oude Banjaert, tot ziens in de nieuwe Banjaert
Ik had het net over mijn mooie recreatiezaal.
Wist u dat er nog een hele discussie is geweest of deze zaal in het nieuwe ontwerp kon worden gehandhaafd ? Uiteindelijk is dat niet gelukt. De bouwkundige staat van mijn zaal was – net als die van het hele huis – niet goed genoeg om deze te handhaven.
Daarom ga ik na 65 jaar trouwe dienst volledig tegen de grond. Gebouwen kennen namelijk geen VUT of pensioen.
Mij rest niets anders dan u veel plezier toe te wensen in mijn opvolger, de nieuwe Banjaert.